Vrede van Aken, zeszijdig, Rusland en Pruisen hergebruikt



Ovaalvormige pijpenkop met zes vlakken, mal uit de periode 1748-1753, maar hergebruikt in de vroege 19e eeuw. De pijp is gewijd aan de vrede van Aken. Op het ovale oppervlak van de pijpenkop zijn zes vlakken aangebracht, met vanaf de persnaden aan elke zijde van de kop drie gelijkmatige vlakken. Boven de vlakken is nog een klein van de oorspronkelijke ovalen vorm van de pijpenkop zichtbaar. Dit vormt de ketelrand, die is gebotterd en geradeerd. De vlakken lopen tot dichtbij de steelaanzet, maar is onder de vlakken niet meer gedecoreerd. Naar de roker toe zijn twee cirkelvormige omlijstingen als een tekstband zichtbaar, in de lijsten staan twee portretten. Links staat het portret van tsarina Catharina de Grote van Rusland, rechts dat van Frederik II van Pruisen. In de tekstband onder de ovalen staat: K RUSSIE en K PRUISE. Op de zijden van de pijp staan wapenschilden. Links staan het wapen van Rusland boven dat van Hongarije. Rechts staat het wapen van Rusland boven dat van Pruisen. Van de roker af staan nog twee portretten in een ovaal. Links staat keizer Frans I van Polen en rechts Maria Theresa van Hongarije. Onder hun portretten staat: KYSE.. en ..ERIN. Door het slijten van de mal was er geen ruimte meer voor keizer en keizerin. Boven alle portretten en wapens staat een bladerkroon. De zes vlakken worden aan de onderzijde met een halfronde boog afgesloten, met op de scheidingen een druppel als versieringselement.

Op de linker- en rechterzijde van de hiel staat het wapen van Gouda met S. Op de hiel staat het merk 54 gekroond, in deze periode (1800-1833) in gebruik door Pieter Stomman (Lit. 2).

De steel is gedecoreerd geweest. Op de steelaanzet staat een omgekeerd schubbenmotief die doorloopt tot de steelbreuk, met iets meer dan een centimeter steel. Het motief is in die zin opvallend, dat de andere steeldecoraties in de aanzet begonnen met een motief van acanthusbladeren. Hieraan is, als één van de afwijkingen ten opzichte van de vroegere mal, te zien dat de mal is aangepast en hergebruikt.

 

19e eeuwse sporen:

-Mal van lage kwaliteit, gravering licht bijgewerkt.

-Radering ronde de ketelopening is snel gezet, een typisch tijdskenmerk.

-Goudse wapenschilden liggen 'dik' op de zijden van de hiel, zijn klein en moeilijk te ontcijferen, S staat nu op het gedecoreerde model (vgl. modellen uit 1748).

-steeldecoratie veranderd in een relatief eenvoudig schubbenmotief.

-de manier waarop het hielmerk is gegraveerd is in basis laat 18e eeuws en verder.