Hoewel er ogenschijnlijk niet zoveel aan het ovaalvormige model te tornen valt zijn er in de tweede helft van de 19e eeuw, bij het verschijnenvan de overvloed aan fantasievormen, ook deviaties van dit model bedacht.
Deze extreem lange, grote pijpenkop is anderhalf keer zo groot als het grootste standaard model ovaalvormige pijpenkoppen (9 centimeter in plaats van 6 centimeter hoog). Hij lijkt te zijn gemaakt met de porseleinen pijpen uit Duitsland in gedachten. Deze pijpen hadden dezelfde zachtglooiende ovaalvorm en werden in meerdere groottes uitgebracht, waaronder deze maat. Het merk, melkmeid, is eind 19e eeuw in handen van Van der Want (Lit. 2).
Ook deze hoge pijpenkop volgt het model van de porseleinen pijpenkoppen en in dit geval gaat de steel ook steil omhoog, zoals bij porseleinen pijpen het geval is. Op de onderkant zit een krulvormig ornament, hier deels beschadigd. Het model is meestal voorzien van een grote vissenbek op de onderkant van de pijp, in navolging van de 18e eeuwse 'snoekenbekken'. Vanwege deze decoratie staan dit soort pijpen afgebeeld onder het hoofdstuk decoratie. (BK 18-8-25: op dit moment nog niet toegevoegd.) Deze pijpenkop is bijzonder genoeg niet gedecoreerd en gemerkt met fortuin, waarmee de pijp een model is uit de fabriek van Jan of Gerardus van Baalen (Lit. 2).
Nogmaals een pijpenkop zoals hierboven is beschreven, met hetzelfde uiterlijk en krulvormig ornament, dat gezien de kwetsbaarheid ook hier weer is beschadigd. De uitvoering is groot, met ook weer een hoogte van ongeveer 9 centimeter (het meetlint ligt te laag naar onder), net als de eerste pijp. De pijp is gemerkt met WS gekroond en is gemaakt door Van der Want (Lit. 2).