Eenvoudige pijpen zijn gemaakt zonder al te veel nazorg. Ze hadden korte tot gemiddeld korte steellengtes, waren makkelijk te maken en daarom ook het goedkoopst. Een merk van de maker zul je er niet op terug zien, daarvoor had de pijp te weinig status.
Wel zijn er regelmatig eenvoudige roosversieringen op te vinden, bestaande uit een paar stippen in een bloemvorm op de zijden van de pijpenkop. Deze stippenrozen zijn afgeleid van de tudorroos en worden daarom ook zo genoemd.
Eerste helft van de 17e eeuw
De lengte van een pijpenkop laat zich meten van net boven de hiel tot aan de ketelrand. Het meetpunt van de bovenrand ligt op de as, in het midden.
Vroeg dubbelconische pijpenkoppen kunnen heel klein zijn. De hoogte van de koppen in de serie hierboven begint bij ongeveer 2 cm. De normale hoogte van een kop uit de periode 1625-1635, als de productieperiode van kleipijpen echt is begonnen, ligt rond de 3 cm. De afgebeelde pijpenkoppen komen van diverse plaatsen, de laatste drie zijn uit Leiden.
Serie vroege tot midden 17e eeuwse pijpenkoppen uit verschillende West Nederlandse plaatsen, gefotografeerd met de steel horizontaal. een aantal van deze pijpenkoppen staan ook al hierboven, met het meetlint er langs.
Serie vroege tot midden 17e eeuwse pijpenkoppen uit verschillende West Nederlandse plaatsen, gefotografeerd met de kop-as verticaal. Na een kleine aanloop ben ik alle pijpen op deze site zo gaan fotograferen.
De vroege generaties dubbelconische pijpen hadden bolvormige kopjes. De inhoudsmaat verschilde per kwaliteit wel, maar gemiddeld zijn de koppen uit deze periode klein. Afhankelijk van productieplaats en maker zijn er veel vormverschillen, waar je met enig specialisme nog wel conclusies aan kunt verbinden.
Kenmerken: gebotterd, met een lichte insnede of vlugge (halve) radering er net onder. De persnaden zijn weggewerkt, maar het oppervlak is niet behandeld. Het hielvlak is merkloos en leeg.
Eerste helft van de 17e eeuw, met stippenrozen
Op vroege dubbelconische pijpjes is nog een enkele keer een goed uitgewerkte tudorroos te zien, maar al snel wordt de roos een verzameling stippen. Het meest gangbaar is de zevenstippige roos (een in het midden, zes er om heen), maar er zijn veel versies van gebruikt. In de 17e eeuw hebben veel rozen behalve kroonbladen ook kelkbladen, in de vorm van strepen tussen de stippen. In de 18e eeuw gebeurt dat niet meer. Soms zijn de rozen op de zijkant gekroond en een enkele keer komt ook de lelie voor als alternatieve versiering. Meer stippenrozen (en lelies) staan afgebeeld onder decoratie per periode - 17e en 18e, stippenrozen.
Tweede helft van de 17e eeuw
Serie midden tot late 17e eeuwse pijpenkoppen van verschillende herkomst, gefotografeerd met de steel horizontaal.
Chronologisch geplaatst, van 1650 tot 1690. Het opvallendste verschil met de vroegere generaties dubbelconische pijpen is dat de koppen behalve iets breder vooral hoger worden. De laatste generatie groeit langzaam naar de trechtervorm toe, met een zich verwijdende bovenrand.
Tweede helft van de 17e eeuw, met stippenrozen
Stippenrozen zijn een hele eenvoudige vorm van decoratie, die op erg veel pijpen uit deze periode is toegepast. Meer stippenrozen staan afgebeeld onder decoratie per periode - 17e en 18e, stippenrozen.
Vondstgroep uit Amsterdamse grond
Serie pijpenkoppen die vlak buiten Amsterdam zijn gevonden. De pijpen zijn in ieder geval Amsterdams en Gouds van oorsprong, maar invloed van andere plaatsen in Nederland is ook mogelijk. Ik heb ze er niet op uitgezocht. Wel is de algemene verandering van vorm zichtbaar, van dubbelconisch naar trechtervormig, waarbij een periode van ongeveer tachtig jaar in beeld is gebracht.