De bruidspijp


In de thematiek van de vroege 19e eeuw, met aandacht voor vernieuwing en welvaart, handel en eendracht past ook de bruidspijp. Het huwelijk als brug naar onwrikbare waarden en veiligheid. Of de bruidspijp ook direct al de traditie meekreeg waarmee de pijp later werd bekleed weet ik niet. In ieder geval werd een bruidspijp later een geschenk, dat werd geschonken aan de bruidegom. Zo lang de bruidspijp heel bleef, bleef het huwelijk goed, was de achterliggende wens bij dit cadeau. De pijp werd in een lang houten kistje gestopt, met een venster van glas aan de voorzijde. De steel werd gehuld in een droogbloemenrank. De traditie is tot in het begin van de 20e eeuw in gebruik geweest en er zijn nog steeds een aantal van dit soort verpakte bruidspijpen bekend. Als detail: de met bloemen versierde pijpen in de kist waren vaak niet eens de bruidspijpen die hier worden besproken, maar ongedecoreerde exemplaren.


Vroege bruidspijp uit een stort van Willem Begeer, uit de periode 1827-1844. Deze uitvoering is de vroegst bekende bruidspijp tot nu toe en dankzij de stort kan de datering van dit soort pijpen op de tweede kwart van de 19e eeuw worden gezet. Op de pijpenkop, naar de steel toe, staat links een vrouw met een lange jurk aan, sieraden om een een bloesemtak in haar rechterhand.  Met haar linkerhand raakt zij de hand aan/ houdt zij de hand vast van een man, ter hoogte van de persnaad van de pijp. De man aan de rechterkant van de pijp heeft een toga-achtig gewaad met een sjerp aan en leren laarzen of schoenen met wikkels. De man houdt met links ook een bloesemtak vast en hij lijkt te glimlachen. Tussen de man en de vrouw in staat een altaar. Aan het altaar hangt aan elke kant een ring met drie bladeren onder elkaar, en op de voorkant staat een krans van bladeren. Het lijkt om eikenloof te gaan. Op het altaar staan twee brandende harten naast elkaar, één bij de vrouw en één bij de man. De hele voorstelling staat op een  horizontale lijn, met er onder een half ronde guirlande die een stukje op de steel loopt. de tussenruimte is opgevuld met ruiten waar stippen in staan, op 18e eeuwse wijze. Boven de voorstelling loopt een tekstlint. In het lint staat te lezen: 'DE EEN **** DRAGT.' De asterisken zijn in werkelijkheid bloemen. Van de steel af is de persnaad versierd met een alternerend bladmotief met daarboven het wapen van Gouda gekroond en met een doornenkrans omringd. De pijp is gemerkt met 53 gekroond.