Ovale (of ovoïde) pijpen zijn de volgende Goudse vormvinding. Op zoek naar esthetiek binnen de inhoudsvergroting verandert de pijpenkop nog één keer van vorm en wordt de trechtervormige kop een ovaal. De ovale kop is van origine symmetrisch langs de lengteas van de kop. De ketelopening staat loodrecht op deze as en de zijkanten lopen met een subtiele ovale vorm naar elkaar toe. Binnen de ovale vorm kunnen zeer fijne en kleine pijpen gemaakt worden, maar ook grotere exemplaren met stelen tot een meter lang. Het verschil in modelkeuze neemt dan ook zienderogen toe. Deze ontwikkeling vindt plaats in de jaren '30 van de 18e eeuw.
Binnen dezelfde periode worden drie extra modellen aan het vormenbestand toegevoegd. De keuze voor deze modellen lijkt te liggen bij de voorkeur voor deze modellen in het buitenland. Het gaat om de kromkop, de rondbodem en model zes, die apart behandeld zullen worden.
De ovale pijp blijft zich ontwikkelen, al tekent zich in die ontwikkeling vooral het verval van de Goudse pijpenindustrie af. Los van een teruglopende afwerking die langzamerhand alle richtlijnen loslaat komt er rond 1800 nog een aanpassing van de ovale vorm met een vanaf dan eigen karakter. De ovale vorm wordt dan zodanig bol dat de kop het evenwicht met de steel lijkt kwijt te raken. Don Duco heeft dit de overbelaste ovale vorm genoemd.
Wapenschild met S
Tijdens het ontstaan van de ovale pijp doet zich nog een ontwikkeling voor, die als determinatie ijkpunt goed gebruikt kan worden: In 1739 bepaalt het Goudse gilde dat alleen pijpen die in Gouda zijn gemaakt het Goudse wapenschild op de zijkant(en) van de hiel mogen hebben. Dit gold alleen voor de allerhoogste kwaliteit pijpen. Om de lagere kwaliteiten dan ook te beschermen, wordt in 1740 gesteld dat die categorie ook het wapenschild mag hebben, maar dan met een S erboven. Hoewel dit de vervalsingen van buiten de stad (toen een groot probleem) iets terugdrong, werd het Goudse wapenschild al heel snel ook op de kopieën gezet en hielp het dus weinig. Rond 1830 laat men deze regel helemaal los. De S verdwijnt, het wapenschild blijft een eigen leven leiden, al is het uiterlijk verbasterd tot een schildvormige vorm op de zijkant van de hiel.
De ontwikkeling van de ovale vorm in beeld:
Vroege ovale pijp (1735-1750)
Ovale pijp (1750-1775)
Laat 18e eeuwse ovaal (1775-1800)
Overbelaste ovale pijp (1800-1960)
De sub-indeling van de modellen in kwaliteit blijft bestaan.
1. Eenvoudige afwerking, korte steel. Ongeglaasde ovalen met hielmerk of pijpen met een zijmerk behoren tot deze categorie.
2a. Hoogwaardig afgewerkt. Deze categorie is in tweeën gedeeld en herkenbaar aan een S boven het wapenschild op de zijkant van de hiel. Met S: minder hoge kwaliteit, de standaard kwaliteit sinds de 18e eeuw, voor Goudse pijpen.
2b. Hoogwaardig afgewerkt, hoogste kwaliteit. Deze pijpen hebben een wapenschild van Gouda op de zijkant van de hiel, maar er staat geen S boven.
3. Gedecoreerd. Reliëfs op 18e eeuwse ovale pijpen zijn ongeëvenaard gebleven.
Afwijkende modellen zijn vaak korter of kleiner dan de normale versies. In het geval van kort spreek je ook wel van een dop-model en in het geval van klein gaat het om pijpen die gemaakt zijn om kleine hoeveelheden tabak te roken (zoals proefpijpen).
Enkele korte koppen van het merk VH gekroond. De laatste is een kopie van een Goudse pijp.