Overige dieren


Onder het ruime aanbod in verschillende graveringen op pijpenkoppen die werden gemaakt rond de eerste helft van de 18e eeuw waren er een aantal thema's die een zekere voorkeur genoten, maar er werd ook voor andere afbeeldingen gekozen. Qua dieren heb ik al aparte pagina's aangemaakt voor heraldische leeuwen, voor duiven en voor struisvogels, hier staan nog enkele afgebeelde dieren.


Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1715-1725. Op de linkerzijde van de kop staat een zeemeermin. Hoewel ze eerder een mythologisch wezen voorstelt dan een dier, is ze door de aanwezigheid van de zittende leeuw op de rechterzijde ook in de categorie dieren terecht gekomen. De zeemeermin is een vrouw met ontbloot bovenlijf en een vissenstaart die onder haar buik begint. Ze staat met haar staart omhoog gebogen naar rechts gericht, met halflang loshangend haar. Ze houdt met haar linkerhand een spiegel vast en kijkt daar in. Onder de zeemeermin staat een zesbladige roos en nog twee niet nader te identificeren objecten, die ofwel bij de bloem horen of ondergrond van de zeemeermin zijn.

Aan de rechterkant zit een forse, maar vriendelijk ogende leeuw. Ik zeg bewust vriendelijk ogend, omdat de leeuw eerder als het dier zelf is afgebeeld dan als de veel voorkomende heraldische leeuwen. De leeuw zit met zijn staart omhoog, heeft een dikke krans van manen en kijkt naar links. De leeuw zit op een horizontale ondergrond met wat stippen er onder, om de bodem aan te geven. Aansluitend staat een grote ronde bloem met veel kroonbladeren en vier loofbladeren er om heen.

De persnaden van de pijpenkop zijn afgezoomd met een dubbele stippenrij.


Trechtervormige pijpenkoppen uit de periode 1715-1725. Op de zijden staan een haan en een hen. De kwaliteit van de bodemvondst is versleten en daarom zijn de details vervaagd. Links staat de haan, naar rechts gericht. De hen aan de rechterzijde kijkt naar links en zo kijken zowel de haan als de hen in de richting van de roker en, niet minder belangrijk, naar elkaar. De haan en de hen zijn uit elkaar te houden door de vorm van de staart, met respectievelijk een hanen- en een hennenstaart. De persnaden van de pijpenkop zijn afgezoomd met een dubbele stippenrij.

De haan en de hen staan waarschijnlijk symbool voor het goede huwelijk.


Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1725-1735. De pijp is op de linkerkant gemerkt met MC gekroond, de kroon is een parelkroon. Het merk is door twee Goudse pijpenmakers gebruikt, de tweede en laatste was Jan Abrahamse de Vet, die werkzaam was tussen 1719 en 1754 (Lit. 2).  Dit past goed bij de datering van de pijpenkop.

Op de linkerkant is een haan afgebeeld, boven het merk MC gekroond. De haan is naar rechts gericht. Op de rechterkant staat een goed geklede man met zijn hoed in zijn hand. Over zijn pak draagt hij een cape, die op zijn rug hangt.

Er wordt verondersteld dat de pijp Petrus en de haan uitbeeld. Dit is een Bijbelse vertelling uit het Nieuwe Testament. Petrus zegt Christus tot in de dood te zullen volgen, maar Christus voorspelt dat Petrus hem drie keer zal verloochenen (ontkennen een volger te zijn) voordat de haan drie keer heeft gekraaid. Wat vervolgens uitkomt.

Blijf altijd eerlijk, zegt deze pijp dus eigenlijk. De persnaden van de pijpenkop zijn afgezoomd met een dubbele stippenrij.


Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1720-1730. De gravering is relatief eenvoudig. De linkerzijde toont een rokende aap. Hij zit op een kruk en is gekleed in een lange jas met wat lijnen er op gegraveerd. Hij houdt een lange Gouwenaar vast, waaruit hij rookt. Voeten die erg uitsteken heeft hij niet, ze zijn kort van vorm. Om deze voorstellingen lopen bladranken die aan de onderzijde op elkaar aansluiten. Aan de andere zijde staat een haan. De vogel is in ieder geval als zodanig herkenbaar door een kam op het hoofd. Achter de vleugel is een omhoog lopende staart zichtbaar, wat de haan differentieert van de kip. Ook om de haan lopen bladranken. Op de spoor, onder de aap, staan een liggende maansikkel. De combinatie aap - haan komt niet veel voor.


Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1710-1730. Door het karakter van de voorstelling, die laag op de kop is gezet en qua gravering in details kan verschillen, is het waarschijnlijk dat deze vogel op een bloem geen decoratie is, maar een zijmerk. Daarom zijn deze vogels, die op beide zijden van de kop staan, daar beschreven onder zijmerk: vogel op bloem.


Trechtervormige pijpenkoppen uit de periode 1700-1715. De haas staat op beide kanten en de voorstelling staat altijd diagonaal op de zijkanten van de kop. Hoewel de haas niet een lange tijd is gezet, zijn er wel veel pijpen geperst. Er waren meerdere mallen met deze gravering in gebruik en deze mallen werden na slijtage weer bijgewerkt. De haas is een zijmerk en geen versiering, wat door de plaatsing aan beide kanten van de kop soms wat verwarrend is. Meer over het merk staat op de pagina: zijmerk haas.


Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1710-1730. Op beide zijden staat een vos, staand op zijn achterpoten, de voorpoten naar voren en de dikke staart omhoog. De vos heeft iets in zijn bek, waarschijnlijk een prooi als een kleine vogel, dat is niet goed te zien.

Op de rechterkant staan onder de vos de letters VOS, die de voorstelling een beetje een letterplank gevoel geven. Op de linkerkant staat een merk op de spoor. Het gaat om het zijmerk fortuin, Dit merk werd binnen de gedateerde periode gebruikt door Passchier Arijnse Fortuijn uit Gouda, van 1706 tot 1733 (Lit. 2). Langs de persnaden van de pijpenkop staat een dubbele stippenrij.