Glazuurschade


Glazuur werd meestal niet op pijpen aangebracht. Het kwam de kwaliteit van de vochtopnemende eigenschap van de pijp niet ten goede. Maar als het wel gebeurde werd de hele pijp geglazuurd. Op bodemvondsten zie je wel vaak glazuurschade, ontstaan door het meebakken van de pijpen in pottenbakkersovens. Als de pijpen niet goed beschermd waren door de deksel op de pijpenpot en de glazuur lekte van de boven de pijpen geplaatste pottenbakkers keramiek, dan kwam dat op de pijpen. Soms konden hele door glazuur aan elkaar gebakken partijen worden weggegooid. Pijpen met een paar spetters of druppels glazuur er op konden wel gewoon verkocht. Je betaalde er waarschijnlijk iets minder voor.


Dubbelconisch model pijpenkop uit de periode 1660-1670. Op de bovenzijde van de kop zit een druppel glazuur. Wanneer er niet teveel glazuur gelekt is, alleen hier en daar druppels, dan zitten ze vrijwel altijd op de bovenzijde van de kop. Dit hangt samen met de manier van pijpen opstapelen in de pot waarin pijpen worden gebakken.

Dubbelconisch model pijpenkop uit de periode 1675-1685. Op de kop is glazuur gelekt, die vervolgens is gaan verdampen of verbranden door de hitte. Hierdoor ontstaat een brandvlek op de pijpenkop om de glazuurvlek heen. Eenzelfde proces is zichtbaar op een pijpenkop die hieronder is afgebeeld. De pijp is gemerkt met posthoorn met A.

Pijpenkop uit een stort eenvoudige pijpen van het trechtervormige model. Op de kop zit glazuur of een andere stof die verbrand is. Er is van de stof alleen nog een dunne zwarte laag over. Op de pijp zelf is verkleuring zichtbaar door rook en hitte.

Kleine stort vroeg trechtervormige pijpenkoppen uit de periode 1775-1785. Op een van de koppen is glazuur gelekt, een tweede kop heeft er met een klein stukje wand aan vast gezeten (niet aanwezig in deze partij). De pijpen zijn allemaal gemerkt met IAB.

Verschillende foto's van pijpenkoppen en stelen met glazuurschade door druppels groene - en kleurloze glazuur die op de pijpen terecht zijn gekomen.

Overgang naar het trechtermodel, één pijp is gemerkt met wereldkloot.

Het pijpengruis (ook wel aangeduid met schrobbeles) uit de pijpenpot, aanwezig om de stooktemperatuur zo gelijkmatig mogelijk te verdelen, is met het glazuur aan de pijpen geplakt.

Nog een voorbeeld van glazuur dat samen met pijpengruis aan de pijpen is vastgebakken. Het gaat hier om een vroeg ovaalvormig model uit de periode 1730-1740 met het merk ruiter te paard op de hiel.

Vastgebakken of verkleefd met gruis en pijpendeeltjes. Glazuur is niet te zien. Hielmerk F gekroond.

Een 19e eeuwse ovaalvormige pijpenkop met nog altijd glazuurschade. De pijp is gemerkt met WT gekroond.

In deze hele hoge fantasiepijp, een laat 19e eeuws model van Van der Want, is aan de binnenkant pijpengruis vastgebakken. De pijp is er voor de helft mee gevuld en was niet langer bruikbaar.


Deze pijp is geheel geglazuurd geweest, dus het gaat hier niet om glazuurschade. Maar toch is het niet goed gegaan. Het baksel is te heet geworden en gaan versinteren. Een extra bakgang voor het glazuren vraagt ook weer om specifieke kennis. Zoals wel meer met geheel geglazuurde pijpen is een aanwezig hielmerk niet meer leesbaar. (Door de vorm van de pijpenkop in combinatie met de vorm van het merk onder de glazuur denk ik aan AA gekroond).