Een visser met een harpoen
Eerlijk gezegd zijn de meeste vissers, die staand met een harpoen over hun schouder worden afgebeeld, een onderdeel van een zijmerkpijp. Er staat dan ook een categorie vissers met harpoen bij de zijmerken vermeld. De pijp die hieronder is afgebeeld kan wél tot de gedecoreerde pijpen worden gerekend, ook al is zelfs maar één zijde van de pijpenkop gebruikt. De zijde wordt wel helemaal gebruikt en de voorstelling is erg gedetailleerd, dat is zelfs zichtbaar aan een minder scherpe afdruk van de gravering.
Twee identieke ovaalvormige pijpenkoppen uit de periode 1730-1740. De eerste pijp is erg versleten, de tweede is nog redelijk scherp. De details zijn het best zichtbaar op de uitvergroting. Hoewel er geen enkele referentie naar een pijpenmaker op de kop staat is de stijl van de pijp en de gravering Gouds.
De visser die is afgebeeld is in beeldelementen identiek aan de vissers die op een zijmerk te zien zijn. Hij staat recht naar de kijker toe, draagt in zijn rechterhand een grote vis die met de staart tot - of op de grond komt en in de linkerhand een harpoen die losjes op zijn schouder ligt. De visser draagt verder hoge leren laarzen, een broek en een vest dat tot ver over zijn middel loopt. Aan de ceintuur hangt in dit geval een (fileer)mes. Over zijn schouders loopt een extra kap met knopen en een nauwsluitende hals en tot slot draagt hij een baret-achtige hoed. De visser rookt, hoe kan het ook anders, een kort pijpje. Qua detaillering valt nog op dat de schouderkap is gearceerd, de hoed was dat ook. Het gezicht is ook volledig vormgegeven, maar de ogen zijn niet helemaal geslaagd. Wel is nog een baardje zichtbaar.
Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1725-1735. Op de linkerzijde staan drie zwanen afgebeeld, met één zwaan midden boven de andere twee. Onder de zwanen staan de initialen PVR. De pijp is Gouds en de enige bij het gilde geregistreerde pijpenmaker, die in deze periode werkzaam was, met deze initialen, is Pieter van Reede, die in 1728 begon (Lit. 2).
Om de zwanen en initialen lopen twee bladerranken met bloem, die onder de voorstelling uit een bloemknop komen. Aan de rechterzijde staat een visser met harpoen, met in zijn rechterhand een gevangen vis en in zijn linkerhand de harpoen, die hij naar de grond houdt met de punt naar beneden. Langs de persnaden van de pijp lopen twee stippenrijen.