Steelbewerkingen uit de 17e eeuw


De 17e eeuw is de eerste officiële productiefase van kleipijpen. Dit is de eeuw waarin ze op steeds grotere schaal werden geproduceerd, eerst nog per plaats, later meer op landelijk niveau, vanuit Gouda. De productie was overal gelijk van methode en versieringsvormen werden snel overgenomen. Een aantal plaatsen bleven producten met een eigen uitstraling en versiering maken in de 17e eeuw en zijn daardoor goed te duiden. De diverse versieringsvormen zijn in aparte hoofdstukken aan deze pagina verbonden.


Twee afbeeldingen van 17e eeuwse steelfragmenten. De stelen zijn geglaasd en behoren tot de betere kwaliteit pijpen. Toch zijn de onregelmatigheden van het ambachtelijk handwerk zichtbaar in de vorm van kleine onregelmatigheden. Kleine vingerafdrukken, zoals op de tweede foto, zijn regelmatig zichtbaar. Op ongeglaasde stelen zijn alle onregelmatigheden net iets meer uitvergroot, omdat ze niet met het glazen zijn weggestreken.


Bij het maken van 17e eeuwse pijpen wordt gedurende de hele eeuw nog relatief veel klei gebruikt. Bij breuk van bodemvondsten is dit goed te zien. Op bovenstaande foto is ook te zien dat de wijer, de ijzerdraad die werd gebruikt om het rookkanaal te maken, eerder niet dan wel door het midden van de steel heen ging. Bij veel gebroken stelen is te zien dat het maar net goed is gegaan. In afvalstort van pijpenmakers zitten ook stelen waarbij het oppervlak van de steel uiteindelijk doorboord is en de pijp niet langer bruikbaar.


Verschillende vormen van steelraderingen, meestal rond het zwaartepunt van de pijp, werden in de 17e eeuw al toegepast. De meest eenvoudige vormen, zoals te zien zijn op de eerste twee stelen bleven tot in de 20e eeuw gebruikt worden.

Het bestempelen van de steel, in veel gevallen met ruitvormige stempels met een Franse lelie er in, is juist een veelvoorkomend 17e eeuws gebruik. Het komt in enkele gevallen nog voor in de 18e eeuw, maar niet, zoals ook hier, rond het zwaartepunt van de pijp.