Verlangen naar vroeger

Aandacht naar de pijpen van voor de Franse overheersing


Er is, aan het begin van de 19e eeuw, verlangen naar vroeger. De pijpenhandel is flink door elkaar geschud in Nederland, na de Franse overheersing tot 1813. En de pijpenhandel in Nederland, betekent eigenlijk vooral de pijpenhandel in Gouda. De pijpenindustrie werkt naarstig aan een nieuwe opbouw, maar wordt gespleten door de nostalgie naar beter tijden en de wens met de vooruitgang mee te gaan. Op deze pagina staan een aantal modellen pijp uit de 19e eeuw, die voldoen aan de kenmerken van de gedecoreerde pijpen van de 18e eeuw. Soms gaat het letterlijk om hergebruikte pijpenvormen. Alleen: de aandacht en de kwaliteit van de 18e eeuw, daar is geen tijd en geld meer voor. Aan de 19e eeuwse modellen zijn de verschillen zichtbaar in de vorm van minder precies gegraveerde details en een overall snellere afwerking van de pijpen.


PER ASPERA AD ASTRA

Ovaalvormige pijpenkop uit een stort van Willem Begeer, 1800-1827.  Het thema, het wapen van Gouda groot afgebeeld naar de steel toe, met de Goudse spreuk (Per Aspera ad Astra) er om heen stamt uit de laatste kwart van de 18e eeuw. Zeer waarschijnlijk zijn de meeste 18e eeuwse mallen aangepast en hergebruikt als 19e eeuws retro-model. Details over het thema zijn te lezen op de pagina met 18 eeuwse pijpen. De pijp van Begeer is gemerkt met vos op zijn gat. Opvallend aan de gravering is het wapenschild van de steel af. Normaliter staat hier het Goudse wapenschild, zelfs al staat dat al naar de steel toe. Ook het merk van de pijpenmaker staat er soms. Hier staat naar alle waarschijnlijkheid het wapen van de Duitse stad Hamburg. De pijpen zouden dan voor de export naar dat gebied kunnen zijn gemaakt.


HOLLANDSE GOUDSE PIJPEN

Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1800-1830. Naar de roker toe staat een wapenschild dat is verdeeld in vier kwartieren. In de kwartieren staan: de leeuw in de Hollandse tuin, het wapen van Batavia, het wapen van Amsterdam en het wapen van Friesland. Boven het wapen staat een bladerkroon. Om het wapen loopt een tekstlint, met daarop HOLLANDSE GOUDSE PIJPE. Het schild met lint wordt gedragen door twee wegkijkende, staande leeuwen op een ondergrond met opstap. Deze ondergrond is bewerkt, de bovenzijde is een brede rand met cirkels, de ruimte er onder is gevuld met neerwaartse schubben. De onderzijde wordt afgesloten met een guirlande. Van de bovenzijde hangt aan beide kant en van de kop een kwast. De zijde van de roker af toont het wapen van Gouda gekroond, omringd door doornentakken. Langs de overgebleven persnaad lopen bladeren. De pijp is gemerkt met 81 gekroond, in gebruik bij Leendert Welter tussen 1801 en 1828 (Lit. 2).

Het thema en de manier van decoreren, het gebruik van de juiste attributen, is 18e eeuws. Aan de vorm van de pijpenkop en de in precisie teruglopende graveertechniek is te zien dat de pijpenkop 19e eeuws is.


HAMBURGER ADMIRALITEIT

Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1800-1825. Op de pijpenkop, naar de roker toe, staat een burcht met drie torens, achter de burcht langs loopt een groot anker. Deze voorstelling is bekend als het wapen van de admiraliteit van Hamburg. Dit wapen werd op deze wijze al op pijpenkoppen gezet door 18e eeuwse Goudse pijpenmakers als Verzijl en Versluijs. Het tekstlint om het wapen heen is een 19e eeuwse toevoeging.  Op het lint staat: 'HAMBURGER ADMIRALITIE DROGE'. Het merk IWI op de hiel is van Pieter van Leeuwen, die in Gouda werkzaam was in de periode 1803-1832 (Lit. 2).


HET WAPEN VAN FRIESLAND

Dit is misschien wel het bekendste type van een pijp die is gedecoreerd op 18e eeuwse wijze. Deze pijp, met ook een klassiek lange steel, werd vanaf 1875 tot ver in de 20e eeuw gemaakt en wordt daarom regelmatig aangeboden op verkoopplatforms als nog onbeschadigde kleipijpen. Aan kleine verschillen in de vorm en de gravure is nog iets terug te zien van de leeftijd en de ontwikkelgeschiedenis. Deze pijpenkop is zo rond de overgang naar de 20e eeuw ontworpen door Goedewaagen.

Het thema op de pijp, met een behoorlijk grote kop, is het wapen van Friesland. Het wapen is naar de roker toe afgebeeld met een kroon erboven en overdadige bladranken er omheen. Op een tekstlint langs de bovenzijde van de pijp staat de tekst: 'HET WAPEN VAN FRIESLAND'. Van de roker af staat een steigerend paard op een lijnvormige ondergrond. Ook de steel van deze pijp was ruim versierd. Het merk dat op deze pijp is gezet is TM gekroond.

Minder bekende varianten zijn 'Het wapen van Groningen' en 'Het wapen van Deventer'.


UNIE

Ovaalvormige pijpenkop van Van der Want, uit de periode 1880-1915. De pijp is gemerkt met WS gekroond. Naar de roker toe staat de Hollandse leeuw, als symbool voor Nederland. Boven de leeuw zijn twee handen afgebeeld, die elkaar vasthouden of schudden. Zij zijn een symbool voor eenheid, of vrede. De pijp is verdeeld in drie hoofdvakken middels bladranken, die als een scheiding tussen de afbeeldingen lopen. Van de roker af loopt een extra bladrank over de persnaad. Op de linkerzijde van de pijpenkop staat een degen, met op de punt een vrijheidshoed. Dit staat voor de door wapens beschermde staat. Op de rechterzijde staat een bisschopsstaf, die staat voor het geloof. De unie die hier wordt aangehaald lijkt die te zijn tussen kerk en staat.


EENDRACHT MAAKT MACHT

Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1875-1900. Naar de roker toe staat een wapenschild dat is verdeeld in vier kwartieren. In de kwartieren staan: de Hollandse leeuw met zwaard en pijlenbundel, (een deel van) het wapen van Oranje, het wapen van Amsterdam en het wapen van Utrecht. Boven het wapen staat een bladerkroon. Om het wapen loopt een tekstlint, met daarop EENDRACHT MAAKT MACHT. Het schild met lint wordt gedragen door twee wegkijkende, staande leeuwen op een ondergrond met opstap. Deze ondergrond is bewerkt, de bovenzijde is een brede rand met krul aan het eind. Onder de rand staan een paar losse bloemen en aan de rand hangt een kwast. De zijde van de roker af toont het wapen van Gouda gekroond, omringd door doornentakken. Langs de overgebleven persnaad lopen bladeren. De pijp is gemerkt met WS gekroond, gebruikt door de firma P. van der Want Gzn. tussen 1874 en 1898 (Lit. 2).