Trechtervorm tussen 1710 en 1730


In de periode 1700-1710 neemt de dikte van de steel snel af. In de periode daarna stabiliseert zich dit, tegelijkertijd ontstaan er modellen met nog fijnere stelen. Dat is vooral zichtbaar aan de pijpen van goede kwaliteit. De trechter is in vorm uitontwikkeld en blijft in deze tijd vrijwel ongewijzigd. De eenvoudige trechters krijgen in deze periode hun kenmerkende spoor, in plaats van een hiel. Er wordt toch geen stempel meer op gezet.


Opkomst van de eenvoudige trechtervormige pijpenkop met spoor, 1700-1710. Op dit exemplaar staat een zevenstippige roos, op de spoor een maansikkel, veelvoorkomende elementen op dit type pijp.


Eenvoudige trechtervormige pijpen met spoor uit de periode 1710-1730.


Eenvoudige trechtervormige pijpen uit de periode 1720-1730, met een zevenstippige tudorroos op de zijden. Meer stippenrozen (en lelies) staan afgebeeld onder decoratie per periode - 17e en 18e, stippenrozen.


Drie verschillende trechtervormige pijpenkoppen uit de periode 1710-1730, die zijn gevonden in Gouda. De rechter is het meest klassiek van vorm.