De tussencategorie dubbelconische pijp bestaat uit de groep pijpen die niet hoogwaardig zijn afgewerkt en dus ogenschijnlijk tot de eenvoudige kleipijpen behoren, maar ze zijn wel gemerkt. Waarschijnlijk hebben deze pijpen ook al een wat langere steellengte gehad en kwamen ze in hun totale uiterlijk al iets dichter tot de categorie goed verzorgde pijpen, al is dat aan een afgebroken kop niet meer te zien.
Twee pijpenkoppen uit de periode 1630-1640. Ongeglaasd en gemerkt met een gekroonde roos.
Pijp uit de periode 1650-1660, met een zespuntige, gekroonde, ster als hielmerk.
Pijp uit de periode 1670-1680, met als merk 'kievit'.
Een extra feature van pijpen uit deze tussencategorie is dat de stelen vaak bestempeld zijn met lelies in ruit figuren, of zwaartepuntraderingen hebben.
Pijpen met tudorrozen op de zijden van de kop komen in deze categorie niet voor. Dat blijft helemaal voorbehouden aan de goedkoopste categorie. Helemaal aan het eind van deze periode, tegen de aankondiging van het trechtermodel aan, verschijnen wel de eerste zijmerken. Die vallen wel weer in de tussencategorie te plaatsen.
Nogmaals een pijp uit deze categorie, gemerkt met boot gekroond. Ook deze pijp heeft leliestempels op de steel, gekaderd met raderingen. Het model is net trechtervormig, maar heeft ook nog dubbelconische trekken. 1690-1700.
Hele vroege trechterpijp, periode 1690-1700, met als zijmerk 'hand'. Het voorbeeld is afkomstig uit een kleine stort fabrieksmateriaal, waaronder pijpen met een hielmerk. Deze pijpen hebben ook al dezelfde vroege trechtervorm.