Ook dieren en dierlijke motieven vonden hun weg naar de kleipijp. Het thema fauna zit dan ook vol met allerlei figurale modellen en figuratieve dieren op de pijp.
Op deze fantasie rondbodempijp, van het 'Billard' type staat een hond in spelhouding. De hond drukt zich laag tegen de grond, klaar om op te springen. De staart van de hond loopt langs de linkerkant van de pijpenkop.
Hoornmodel pijp uit de periode 1875-1900. De hoornpijp zelf is geheel glad uitgevoerd . Het oppervlak is opgewreven (en niet geglaasd), de persnaden zijn met een kam afgestreken. Op de kop-steel overgang van dit model zit een atletisch gebouwde hond. Het kan een jachthond of een renhond voorstellen. Het kwetsbaarste onderdeel is de hondenkop en die ontbreekt dan ook vaak bij bodemvondsten, ook hier.
Klein model pijpenkop voor het roken van sigaren of sigaretten. De pijp is uitgevoerd als boomstam, met de stomp van een zijtak als spoor. Op de steel, met de achterkant verwerkt op de pijpenkop, ligt, staat of rent een figuraal paard.
Hoornmodel pijp, gedecoreerd als zwijnskop. Oorspronkelijk was de pijp geheel geverfd met een donkerbruine laag. Dit gebeurde om de op dat moment al modieuzere houten pijpen in kleur te imiteren. De pijp is vanaf 1880 gemaakt door Goedewaagen, nadat de vorm was overgenomen van Bartholomeus van der Maas (Lit. 3). Goedewaagen gebruikte de vorm tot 1910 en vanwege de verflaag is de pijp waarschijnlijk ergens in dit laatste decennium gemaakt. De pijp is in de Goedewaagen catalogus van 1906 terug te vinden onder modelnummer 129 als Zwijnskop hoorn (zie referentie lit. 3).
Knotsmodel pijp uit de periode 1870-1915. Op deze pijp is een motief aangebracht van licht uitstekende punten aan de onderzijde van de kop en een deel van de steel. Deze pijpen werden door verschillende pijpenmakers gemaakt aan het einde van de 19e eeuw. Als extra detail is een bok op de steel gezet, tegen de kop aan. De bok kijkt de roker aan. De pijp komt voor in het assortiment van Goedewaagen, die de mal kocht van Bartholomeus van der Maas in 1880 (Lit. 3)
(Uit Lit. 3 blijkt dat Goedewaagen de pijp in het assortiment als 'bokdoorn' had opgenomen. Het gaat dus om een bok, de uitsteeksels van de knots zijn doorns.)
Sigarenpijp model in de vorm van een haan. De pijpenkop is ongeveer drie centimeter hoog. Om de ketel is een figurale haan gemodelleerd, met een staart naar de roker toe en het lichaam en kop van de roker af. De hanenkop is hier afgebroken. De pijp is niet gemerkt. Het model grijpt terug op een model pijp uit de vroege 18e eeuw, dat er vrijwel identiek uitzag, maar groter was dan deze uitvoering voor sigaren.
In deze vorm is bovenstaande pijpenkop niet te herkennen als één die bij fauna ingedeeld hoort te worden, maar op de steel zit een figurale duif. Het gaat hier om een manchetpijp van de fabriek van Goedewaagen uit de late 19e/ vroege 20e eeuw. Op de manchet zit de duif, aan de linkerzijde staat GOEDEWAAGEN en aan de rechterzijde GOUDA en (4)69. Dat getal staat voor het catalogusnummer waaronder de pijp bij Goedewaagen is ondergebracht, handig bij bestellingen.
Isabé model pijp met op de bodemzijde een motief dat lijkt op blad, veer of haar. Het gaat om rondlopende bundels arceringen die in vergelijking tot pijpen met bladmotieven niet overeenkomen en als zodanig eerder aan een dierlijk motief doen denken. Het voorkomen van een gestileerd oog op sommige modellen versterkt deze indruk. De steel is versierd met een eenvoudig schelpenmotief, de spoor is cilindrisch, met een rondlopend voetje.
Op de tweede pijpenkop zijn twee gestileerde ogen te zien, die zich tussen de arceringen bevinden. de scheiding tussen kop en steel is geaccentueerd met een een lijn, ook de spoor is gearceerd en loopt in een boog.
Pijpenkop van Van der want, 1880-1915. Het motief op de bodem lijkt op een soort vogelpoot met zwemvliezen.