Elleboogpijpen


De naam van deze pijpen komt voort uit hun vorm, die van opzij gezien op een elleboog lijkt. Bij het vinden van een losse pijpenkop is dat soms niet direct terug te zien. In de regel zijn het lag gerekte pijpenkoppen, die net als bij omgezette pijpenkoppen een knik van 90 graden maken aan de onderkant. Het is alsof de pijpenkop schuin is doorgesneden en dat de onderkant andersom op de snede is teruggeplaatst. Hierdoor ontstaat een vorm die lijkt op een elleboog. Achter deze elleboog, tussen kop en steel in, zit nog een ronde knop, die door de pijpenmakers wordt gebuikt voor hun merk of een kleine decoratie. De steel zelf is sterk naar beneden gebogen en is amper langer dan de pijpenkop. Elleboogpijpen zijn gemaakt vanaf de derde kwart van de 19e eeuw.


Twee elleboog pijpenkoppen uit een stort van Hendrik van der Pool, uit de periode 1860-1870. Er is sprake van hoogteverschil, maar het verschil is verwaarloosbaar en ontstaan door afwerking. Op de derde foto zijn scherven afgebeeld met daaraan de knoop op de steel en een versierd gedeelte (lobben) naar de steel toe. Op de laatste foto is een reconstructie zichtbaar van een kop met een gedeelte steel met knoop. De ontbrekende steel is kort en loopt met een bocht naar beneden.

De knoop van twee kanten gezien. Op de knoop staat het merk van Hendrik van der Pool (WL gekroond) en het wapen van Gouda.


Twee elleboog pijpenkoppen van dezelfde locatie in Gouda. Door ze op één foto te plaatsen is te zien dat ze niet alleen verschillen in vorm, maar ook in grootte. De knoop achter de pijpenkoppen ontbreekt, en daarmee de informatie over de pijpenmaker.


Twee elleboog pijpenkoppen van dezelfde locatie net buiten Gouda. Het gaat hier om hetzelfde model, maar met een andere breuk. De pijpen zijn op de knoop achter de elleboog gemerkt. Er is niet met een stempel gewerkt, maar de merken zijn als gravering in de mal aangebracht, zoals bij zijmerk pijpen. Aan de linkerzijde staat een ooievaar, aan de rechterzijde staat 56 gekroond. Beide merken werden gebruikt door Cornelis Jan Christiaan Prince van de Firma Jan Prince & Cie, tussen 1889 en 1897 (Lit. 2).