Koorddansers


Een bezigheid die in deze periode op gegraveerde pijpenkoppen is te zien, is koorddansen. Hoewel een echte koorddanser pas indruk maakt op grotere hoogte, lijken de koorddansers op pijpenkoppen zich niet op hoogte te bewegen. Hun koord hangt gespannen tussen twee kruizen. Dit gebrek aan hoogte zal vooral liggen in het feit dat hoogte slecht is af te beelden en de lage variant zegt eigenlijk alles al. Op deze pagina staan een paar varianten.


Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1710-1720. Op de linkerkant staat een koorddanser die naar rechts over een koord loopt.  Het koord is hier duidelijk gegraveerd als gevlochten touw, dat als een bijna horizontale lijn van links naar rechts loopt, tussen de omlijsting van bladranken. De koorddanser houdt een evenwichtsstok horizontaal vast, ter hoogte van zijn middel. De koorddanser heeft lang haar, met krullen, heeft een gestippeld pak aan met een korte broek en laarzen met een ornament (?) dat aan de achter-bovenzijde hangt. Met zijn linkervoet zet hij een stap naar voren, zijn voet hangt net boven het touw. Op de rechterkant loopt een vrouwelijke koorddanser naar links, naar de koorddanser en de roker toe. Haar hoofd is vaag zichtbaar, door slijtage in de mal, maar haar haar is waarschijnlijk opgestoken. ze draagt een lijf met open kraag en pofmouwen en een gestipte rok. Aan beide zijden loopt om de voorstelling een ovaal van omlijstende bladranken die aan de onderzijde in elkaar over gaan. Aan de bovenkant eindigen ze in één afsluitende bloem. Als apart detail is er onder het koord, in de kleine ruimte die door de bladranken wordt afgekaderd, een vogel zichtbaar. Niet duidelijk is of de vogels hetzelfde zijn en welke vogel is gebruikt. De rechter heeft nog het meest iets van een eend.


Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1720-1730. Op de linkerkant staat een koorddanser die naar rechts over een koord loopt. Het koord is gespannen tussen twee X-vormige kruisen. De koorddanser houdt een evenwichtsstok horizontaal vast, ter hoogte van zijn borst. Hij draagt een hoed en zijn onderlijf is bolvormig weergegeven. Om hem heen staan twee ranken, die aan de bovenzijde meerdere stipvormige bloemen dragen. De hele voorstelling is eenvoudig gegraveerd. Aan de rechterkant staat een struisvogel met een hoefijzer in de snavel, een thema dat beschreven is onder de link struisvogels. De struisvogel is naar links gericht en staat op een eenvoudige ondergrond. Ook om de ooievaar lopen twee ranken met stipvormige bloemen.


Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1740-1750. Het zijn drie varianten van hetzelfde model, met kleine verschillen in de gravering. De eerste twee pijpenkoppen komen uit dezelfde, maar opgehaalde (dit is een herhaling van de gravering na slijtage), pijpenmal. De derde wijkt voldoende af in uitvoering op uit een tweede mal te kunnen zijn gekomen. Op de pijpenkoppen staan drie afbeeldingen, die alle drie refereren aan bekende Goudse pijpenmerken, trompetter, man in de boot en koorddanser. De positie van de voorstelling 'man in de boot' maakt het aantrekkelijk deze te beschouwen als het merk van de uitvoerende pijpenmaker.

 

Op de linkerkant staat een trompetter, redelijk eenvoudig uitgevoerd. Hij draagt een lange jas met knopen en met plooien (of zakken met plooien) aan de onderzijde. Onder zijn hoed komen krullen vandaan, hij draagt hoge kousen die zijn broek op de knieën afsluiten. Hij houdt met zijn rechterhand een lange trompet vast en blaast daarop, naar links gericht. Onder zijn voeten loopt een horizontale lijn met een paar gestileerde grassprieten. Aan de rechterzijde staat een plant op deze lijn. het is een manshoge bladrank met in de top twee bloemen. Deze bloemen verschillen per uitvoering en zorgen zo voor de grootste afwijking per uitvoering.

Onder de bodemlijn en met de hoed aansluitend, zit een man in een roeiboot. Details zijn er bijna niet, de man zit naar links gericht en de roeiboot heeft een eenvoudig symmetrische vorm, opgebouwd uit een drietal planken. Onder de boot en aan de zijden lopen gestileerde golven. Aan de rechterzijde loopt een koorddanser over een koord. Het begin en het eind van het koord wordt gemarkeerd door twee grote kruisen, wellicht werd het koorddansen destijds nog niet op grote hoogte uitgevoerd. De koorddanser zelf is niet erg gedetailleerd. Wel lijkt hij als showfiguur over zijn broek een rok te dragen. Hij draagt ook een hoed waar wat krullen onder vandaan komen. In zijn handen houdt hij een lange stok vast met knoppen aan de uiteinden, die hem in balans helpt te houden. Langs de persnaden van de pijpenkop loopt een dubbele stippenrij. Op de spoor staat aan beide kanten het Goudse wapenschild met S.