De 19e eeuwse voortzetting

snoekebekken


Na verloop van tijd keert de snoekebek als model terug in de 19e eeuw. Met name in de tweede helft van de 19e eeuw worden er vormen van 18e eeuwse pijpenmakers afgestoft, bijgewerkt en weer gebruikt. De pijpen uit deze vormen zien er vaak hetzelfde uit als hun 18e eeuwse voorgangers, maar zijn door hun 19e eeuwse, tijdsgebonden, kenmerken toch te determineren.


Snoekenbek model pijpenkop uit de 19e eeuw. De vorm is uit de 18e eeuw en hergebruikt. De afwerking is vlot, met een slordige glazing, een snelle radering en een slecht leesbaar merk. De klei lijkt ook iets te donker. De persvorm is erg versleten. Er is geen Gouds wapen met S aanwezig. De voorstelling op het merk is slecht zichtbaar, het kan bijvoorbeeld gaan om het merk melkmeid of het merk wereldkloot.


Twee koppen (van verschillende locaties) van de Goudse pijpenmaker Hendrik van der Pool. Datering 1865-1875 (Lit. 2). De bovenste kop is beschreven in een artikel over een stort van Hendrik van der Pool. De koppen zijn aan de bovenzijde niet meer geradeerd en het oppervlak is minimaal geglaasd. Het motief van vissenschubben op de steel is vervangen door de in de 19e eeuw zo kenmerkende losstaande, cirkelvormige schubben. Het merk op de kop, naar de roker toe, is WL gekroond.


Pijpenkop met dezelfde tekenen van 19e eeuwse vlotheid als de bovenstaande koppen van Van der Pool. Er is nu wel een vlotte radering aanwezig langs de bovenkant. De pijp dateert uit de 19e eeuw (1840-1900) en het merk melkmeid is te koppelen aan de familie Prince (Lit. 2).

Opvallend detail: de pijpenkop is fabrieksafval. In het steelgat is een stukje klei zichtbaar dat normaliter wordt weggedrukt door de ijzerdraad die het steelgat en de verbinding naar de kop vrij moet houden. Het rookkanaal van deze pijp was dus geblokkeerd en de pijp was niet te gebruiken.


Snoekenbek model pijpenkop uit de periode 1830-1850. De pijpenkop heeft dezelfde 19e eeuwse kenmerken als de pijpen hierboven. De pijp is gemerkt met meermin, dat binnen de gedetermineerde periode werd gebruikt door Hendrik Spanenburg (1829-1843) en Johannes Boer (1843-1846)(Lit 2). De tweede pijpenkop is identiek in vorm en de persvorm is al meer versleten. Het merk is nog te determineren als meermin. Opvallen detail is dat het aanwezige stuk steel met een bocht omhoog loopt.


Snoekenbek model pijpenkop uit de periode 1800-1840. Dit is een model dat volledig uit een 18e eeuwse mal lijkt te komen, maar om te beginnen in zwart is uitgevoerd. De afwerking is ook 19e eeuws, dus minder precies dan in de 18e eeuw, en de pijpenkop is niet gemerkt.


Snoekenbek model pijpenkop uit de periode 1800-1840. De uitvoering in zwart is niet helemaal geslaagd, gelet op de witte 'vlam' over de kop. De bolling van de kop is een 19e eeuws kenmerk. Het merk is wapen van Gouda, dat als laatste is gebruikt door Pieter Verblauw van 1807 tot 1838 (Lit. 2).