Vonkenvangers


Een kleine toevoeging aan kleipijpen is de vonkenvanger. Om te voorkomen dat gloeiende brokjes tabak uit de pijpenkop vielen en in de kleding terechtkwamen, of erger, brand veroorzaakten, werd een koperen gevlochten netje over de pijpenkop geschoven. Om het netje bij de pijp te houden zat het met een kettinkje met een ring om de steel vast en kon niet zomaar worden verloren. Ik ken vonkenvangers in ieder geval uit de eerste helft van de 18e eeuw. Als het volume van de pijpenkoppen toeneemt wordt ook de kans dat er gloeiende brokjes uitvallen groter. Vonkenvangers blijven in gebruik tot in de 20e eeuw.


Pijpenkop uit de periode 1740-1750 met vonkenvanger, gevonden met een detector. Het bijbehorende kettinkje ontbreekt.


Twee losse vonkenvangers uit de 19e eeuw. Deze vonkenvangers zijn geen gevlochten netjes, maar dekseltjes met gaten er in. De mate van decoratie verschilt nogal, van noodzakelijke vormgeving tot vrij versierd, toch zijn beide vonkenvangers van een eenvoudige soort, bijna huisvlijt of juist huisvlijt.


Pijpenkop uit de periode 1800-1830. Een pijp hoeft geen vonkenvanger meer te hebben om te kunnen zien dat er één op heeft gezeten. De bewegingen van het opzetstuk hebben krassen langs de bovenrand van de pijp gemaakt. Bij deze pijp is dat heel duidelijk, soms zie je het minder goed.


Pijpenkop uit de periode 1710-1725. De erbij afgebeelde vonkenvanger is op deze pijpenkop gezet door de vinder en hij past ook, maar niet zeker is of de voorwerpen bij elkaar horen. Zodoende is de vonkenvanger wat moeilijker te dateren. Dergelijk gevlochten ijzerdraad komt ook in de 19e eeuw voor. Het formaat van de gemiddelde pijpenkop is dan wel anders, zodat een 18e eeuwse datering mogelijk is.