Bekers en doetels


De 19e eeuwse rondbodem pijpenkoppen kregen aan het einde van de eeuw een nieuwe vormgeving. Afhankelijk van de vorm kregen ze namen als beker, doetel, schepper of kantoorpijp. Hun eenvoudige uiterlijk en korte steel maakte de pijp een veel gemaakte keuze en elke fabrikant voerde wel een paar basismodellen in hun bestand.


Vroeg 20e eeuws rondbodem model, type doetel, van Goedewaagen.

Doetel modellen zonder merk. Deze pijpen hadden soms nog wel een naamstempel op de steel. In de 20e eeuw volstond vaak ook een sticker, die om de steel werd aangebracht.

Bekermodelpijp zonder merk, geheel bruin geverfd. Op de steel staat de modelaanduiding 'LONDON'.

Bruin gelakt model van Goedewaagen, begin 20e eeuw.

Gemerkt op de onderkant met D in een puntencirkel, intaglio gestempeld.

Gemerkt op de onderkant met Franse lelie

Gemerkt op de onderkant met boerin

Gemerkt met scheepje op de onderkant. Op de steel van de tweede pijp staat 'Van Rijst, Gouda'. Van Rijst was de pijpenmaker die het merk scheepje gebruikte in deze periode.

Doetels, gemerkt op de onderkant met IWI. Op de steel van de tweede pijp staat 'Goedewaagen, Gouda'. De merken zijn alle drie intaglio gestempeld, een trend die ontstond na 1900.

Nogmaals twee van deze pijpen, gemerkt met IWI. Één van de merken is normaal gestempeld, de ander intaglio. Het model pijp moet na de overgang naar de 20e eeuw erg populair geweest zijn.

 

Slank bekermodel van Van der Want. De stip op de steel, vlak achter de kop, op de rechterzijde, is een kenmerk van dit model. 1880-1920.