Hoewel er na jaren van onderzoek bepaalde details nog niet bekend of duidelijk zijn, is het inmiddels wel duidelijk dat vanuit Gouda een groot aantal pijpen werd geleverd aan Europese landen en Noord Amerika. Denemarken was een goede afnemer, zeker als je bedenkt dat het Deense rijk toen ook nog Noorwegen en IJsland omvatte. Pijpen met Denemarken als thema van een reliëf zijn in de Nederlandse bodem gevonden.
Kromkop pijpenkop uit de periode 1746-1750. Op de linkerkant staat het portret van Christiaan VI van Oldenburg, koning van Denemarken, die werd gekroond in 1730 en in 1746 stierf. De pijp zal voor deze gelegenheid zijn gemaakt. Op de rechterkant staat het 18e eeuwse wapen van Denemarken, verdeeld in vier kwartieren en een hartschild. Boven het wapen staat een keizerskroon. Om het wapenschild lopen twee ketens in een cirkel. Naar goed gebruik is de binnenste keten van de orde van de Dannebrog en de buitenste keten van de orde van de olifant. Aan deze keten hangt een olifant. Het merk op de pijp is slang, op de hiel staat het Goudse wapenschild. De voorstelling op de afgebeelde pijpenkop is versleten na een veelvuldig gebruik van de persvorm.
Een vrijwel gelijke versie is bekend door vondsten uit het buitenland, met het merk vos op zijn gat (Duco, Amsterdam Pipe Museum). Don gaat er van uit dat dit de initiële versie is, gebruikt door Jacob de Vos. De vorm wordt daarna overgenomen door Lucas Evertse de Jong, die werkt vanaf vanaf 1744. De vondsten van pijpen van de Vos zijn namelijk scherp, terwijl de kwaliteit bij Lucas de Jong steeds slechter wordt. Wat wel opvalt is dat de basisvorm van de gravering niet overeenkomt. Dit kan door het opnieuw graveren van de voorstelling, maar ook door het maken van een nieuwe (tweede) vorm. Daarnaast zijn de pijpen op de schouder van het portret gesigneerd door de vormgraveur. Hierdoor is achterhaald dat de gravure gemaakt is door Dennis van Oye. Op de pijpenkoppen gemerkt met vos op zijn gat staat echter DVO, terwijl op de pijpen gemerkt met slang OYE staat.
Op deze vroege ovaalvormige pijp, uit de periode 1740-1750, staat op de rechterzijde een vergelijkbaar portret als die van de Deense koning. Of het ook de Deense koning moet voorstellen is niet duidelijk. De mal van de pijp was al wat versleten tijdens deze persing (net als bij de bovenstaande pijpenkop overigens) desalniettemin is goed te zien dat de gravering van een veel lagere kwaliteit is. Op de andere zijde staat geen wapenschild, maar een staande leeuw, die eerder aan Nederland refereert. Onder de leeuw zit een man in een trekwagen (man op de sjees) en dit zou heel goed het zijmerk kunnen zijn van de pijpenmaker die deze uitvoering heeft laten graveren.