Vroeg dubbelconische pijpen


Gouda, 1620-1640


Al vanaf de vroegste productieperiode is de kleipijp te verdelen in verschillende kwaliteiten, die aan de roker werden aangeboden.

Standaard is er een eenvoudige driedeling te maken:

1. Eenvoudig en goedkoop. Deze pijpen hebben de minste uitstraling en voldoen aan de minimale vereisten om normaal tabak te kunnen roken.

2. Modaal, gemiddeld. Deze pijpen zien er niet bijzonder uit, zoals de categorie hiervoor, maar zijn al wel beter. Een groot verschil is de steellengte, die verlengd is voor een comfortabeler roken. Aan bodemvondsten is dit zelden meer te zien, maar vaak zijn deze pijpen al wel gemerkt op de hiel.

3. Goed en verzorgd, chique. Deze pijpen hebben extra aandacht gehad tijdens de afwerking, voor een massaproduct als kleipijpen een dure tijdsinvestering. Deze pijpen hebben de beste vorm, langste steel en zijn over het hele oppervlak geglaasd, zodat de hele pijp glimt. Verder hebben ze een mooie, volledige, radering rond de bovenrand en een hielmerk.

Uiteraard zijn er nog tussencategorieën, maar die zijn niet altijd herkenbaar bij bodemvondsten. Denk bijvoorbeeld aan meer verschillen in steellengte of een niet volledig geglaasde steel. Ook de gedecoreerde modellen neem ik niet op in deze indeling, omdat deze al uitgebreid behandeld worden in het hoofdstuk decoratie.


Eenvoudige dubbelconisch gevormde pijp, 1625-1635. De pijp is niet geglaasd en daarom zijn deukjes en onzuiverheden op het oppervlak te zien. Langs de bovenzijde van de pijpenkop is een radering gezet, maar deze loopt alleen over de vanaf de steel zichtbare helft.

Een serie in vorm uiteenlopende, eenvoudige dubbelconisch gevormde pijpenkoppen uit de periode 1620-1635.

Geglaasde en gemerkte dubbelconisch gevormde pijp, 1625-1635. De pijp is helemaal geglaasd over kop en steel. Rond de kopopening loopt een volledige radering. Het hielmerk is IP. Aan de vorm is te zien dat ondanks de kwaliteitskenmerken de pijpenmaker moeite had om de gezochte kwaliteit ook daadwerkelijk te benaderen.

Geglaasde en gemerkte dubbelconisch gevormde pijp, 1630-1640. De pijp is helemaal geglaasd over kop en steel. Rond de kopopening loopt een volledige radering. Het hielmerk is AA gekroond. Op het zwaartepunt van de steel staan ruiten met twee gespiegelde lelies, geflankeerd door twee A's. De pijpenmaker is bekend als Anthonie Allijn (Lit. 2). Hij verkocht relatief veel pijpen en zette verschillende merken, hoewel allemaal in combinatie met AA of een enkele A.

Nog een pijp van Anthonie Allijn, ditmaal met een andere vormgeving. Het hielmerk is AA gekroond, de periode is wat later, 1640-1650.

Geglaasde en gemerkte dubbelconisch gevormde pijp, 1625-1635. De pijp is helemaal geglaasd over kop en steel. Rond de kopopening loopt een volledige radering. Het hielmerk is dezelfde lelie in ruit als op de steel is gezet. De pijpenmaker levert een kwaliteitsproduct, maar blijft met dit merk nog anoniem, aangezien rozen en lelies door verschillende makers als een kwaliteitskeur werden gezet.

Voor deze pijp geldt hetzelfde als de bovenstaande pijp. Het gaat om hoogwaardige Goudse pijpen, maar er is nog te weinig concurrentie om te kiezen voor een persoonlijk merk.

Pijpen met een verbrede hiel

Een vaker voorkomende vormwijziging is deze vergrote hiel. In plaats van een hiel die in doorsnede kleiner - of gelijk is aan de diameter van de steel achter de pijpenkop, Is de hiel bijna zo breed als de pijpenkop zelf. En hoewel op dit vlak goed een merk valt te plaatsen en deze vorm niet uitgebracht werd als eenvoudige pijp, staat er toch niet altijd een merk op. Deze onlogische variaties hebben alles te maken met de vroegste gestandaardiseerde productieperiode. Datering 1625-1635, merken roos gekroond met WF en roos gekroond met onleesbare initialen.

Pijpen met een spoor

Een iets vroegere variatie die in meer steden is gebruikt is de dubbelconisch gevormde pijp met spoor. De meeste pijpen met deze vorm dateren tussen 1620 en 1630. Ze zijn goed afgewerkt en hadden een chique uitstraling, maar waren vaak niet gemerkt. De oorsprong van deze pijpen is Engels, ze zijn gemaakt in Gouda en Utrecht en mogelijk ook in andere West Nederlandse steden.

Variant met een (onleesbaar) merk op de spoor/ hiel.