Pijpenkoppen uit Alkmaar


Sommige groepen pijpen zijn leuk als geheel. Zo heb ik hier al eens een serie pijpenkoppen beschreven die ik kocht van iemand uit Schoonhoven. Uit Gouda heb ik een aantal fabrieksstorten met misbakselmateriaal uitgeplozen en af en toe vertel ik daar iets over onder het kopje onderzoek. Maar ook kwam ik een jaar of twee geleden aan een paar pijpenkoppen uit Alkmaar. Ik kom zelf uit die regio, ik ging in Alkmaar naar de middelbare school, dus de charme van deze pijpenkoppen zit hem voor een deel in de nostalgische waarde. Toch valt er ook zonder de link met Alkmaar nog wel iets leuks over te vertellen. De koppen zijn afkomstig van een voor mij onbekende Alkmaarse zoeker, die deze koppen heeft aangeboden in samenhang met een liefdadigheidsactie voor een school, die de koppen weer op Marktplaats aanbood.


Acht pijpenkoppen uit Alkmaar, chronologisch gerangschikt.


Wie iets meer wil weten over de producten van Alkmaarse pijpenmakers, is het best aangewezen op een publieksboek van de archeologische dienst Alkmaar, 'De verborgen stad, 750 jaar Alkmaar onder de grond'. Aan deze uitgave werkten verschillende materiaalspecialisten mee en Don Duco schreef er over de Alkmaarse kleipijp op basis van bodemvondsten en archivalische bronnen.

 

Op basis van dit artikel kan ik vaststellen dat de pijpenkoppen die hierboven staan afgebeeld van Alkmaarse of Noord Hollandse herkomst zijn. De Alkmaarse productie komt op gang rond 1630 en stopt omstreeks 1680. De vroegste twee pijpen op de foto hierboven komen qua leeftijd overeen met de startperiode van de Alkmaarse industrie en hebben een typerende vorm. De pijpenkoppen zijn asymmetrisch dubbelconisch en hebben de grootste knik naar de roker toe.

De eerste pijpenkop is niet gemerkt en van eenvoudige kwaliteit, datering 1625-1635.

De tweede pijpenkop is nog steeds niet van een hoge kwaliteit, maar is al wel gemerkt. Waarschijnlijk staat er PS gekroond. Datering van deze pijp ligt omstreeks 1630-1640.


De vier pijpenkoppen hierna zijn van eenvoudige kwaliteit en zijn wat minder eigen van vorm. Ze stammen uit het midden van de 17e eeuw. De eerste twee modellen zijn voorzien van eenvoudige stippenrozen op de zijden.

Eenvoudige pijpen uit Alkmaar met stippenrozen, 1645-1665.


De overige twee modellen zijn op zichzelf een kleine omschrijving waard. De eerste pijp is een Jonaspijp uit de periode 1650-1660, die qua uiterlijk in Alkmaar kan zijn gemaakt, maar waarvan vergelijkbare exemplaren in het centrum van Gouda zijn gevonden, zodat het eerder voor de hand ligt dat deze Jonaspijp naar Alkmaar is geëxporteerd. Jonaspijpen waren in de 17e eeuw in Nederland erg populair, met een focus op het westen, en in alle centra die bekend zijn om hun 17e eeuwse pijpenfabricage zijn ook Jonaspijpen gemaakt. Deze uitvoering is erg standaard, met een langgerekte dubbelconische ketel waarop het gezicht in detail is gekopieerd van andere versies van de Jonaspijp, zodat hij voldoet aan het standaard beeld. De uitvoering is niet erg hoogstaand, maar er zijn slechtere gemaakt. De pijp is zoals vaak anoniem en over de steel, met walvis, valt helaas niets te zeggen.

Jonaskop uit Gouda, 1650-1660.


Het viel me in het artikel van Don Duco al op dat er in Alkmaar een wat bovengemiddelde aandacht lijkt te zijn geweest voor het groen glazuren van kleipijpen. Dit werd ook wel in centra als Gouda gedaan, maar daar valt het aandeel weg vanwege de hoge productie. Ook bij deze pijpjes zit een groen geglazuurd exemplaar. Omdat het roken er niet beter op werd als de pijp werd geglazuurd en door de extra glazuur en extra bakgang meer kosten werden gemaakt door de pijpenmaker, zijn geglazuurde pijpen eerder een zeldzaamheid dan een algemeen product.

Geheel groen geglazuurde kleipijp uit Alkmaar, 1650-1660.


Wat relatief vaker gebeurde, in alle centra waar pijpen werden gebakken, was dat pottenbakkersglazuur tijdens het bakken in de oven op de pijpen druppelde. Pijpenmakers hadden kostentechnisch geen eigen oven maar lieten hun pijpen meebakken in de pottenbakkersovens voor een kleine huurprijs. Hoewel het meestal goed ging, zijn er veel voorbeelden bekend van kleipijpen die bedekt zijn met glazuurdruppels. Soms was de schade zo erg dat de pijpen niet meer bruikbaar waren en helemaal aan elkaar gekoekt zaten, soms was het maar een druppel en dan werd de pijp alsnog verkocht en kon worden gerookt.

Alkmaarse pijp uit de periode 1660-1670. De kop heeft vastgeglazuurd gezeten tegen de andere pijpenkoppen, die nog wel voorzichtig uit elkaar gehaald zijn. Deze kop heeft stukjes van andere pijpenkoppen aan zich vast zitten. De pijp is waarschijnlijk gered, want aan de binnenkant zit rookaanslag.


De laatste twee pijpen zijn typerend voor de de laatste periode van de eigen pijpenproductie in Alkmaar. Vergeleken met pijpen uit andere centra liggen de pijpenkoppen iets schuiner naar voren gericht en zijn wat vormloos cilindrisch.

Alkmaarse pijpen uit de periode 1665-1680.