Zelf determineren


Als je naar bodemvondsten zoekt en een keer iets van een pijp vindt, dan zijn er een paar handige dingen om te weten. Het allereenvoudigste: een pijp bestaat uit een kop en een steel. Die steel is eigenlijk altijd wel ergens gebroken en soms is de kop ook stuk. Niet altijd, maar wel meestal, zit er onderaan de pijpenkop een hiel (waar onderop een merk gezet kan zijn) of een klein punthieltje, de spoor.

 

De steel is bijna altijd gebroken. De kortste 'normale' stelen zijn 12 cm lang geweest, de langste zelfs een meter.

 

De pijpenkop hierboven is een ovale kop, maar geen gewone. In plaats van een hiel, wat normaal is bij dit model, zit er een spoor onder. Het merk van de maker past niet meer op de hiel en is daarom op de kop gezet, naar de roker toe.

Dezelfde pijpenkop, nog een keer afgebeeld. Ik heb de meest opvallende details benoemd.

Van steel naar kop opening:

- steelradering. De steel heeft een radering en een groef als versiering, die tot tegen de kop doorloopt. Dat is apart. Meestal zit radering pas een stukje verder op de steel.

- wapenschild van Gouda. Vanwege een wet gezet in Gouda vanaf 1739.

Het schild mocht alleen op Goudse pijpen gebruikt worden, maar werd toch vervalst.

Vaak staat een S erboven als kwaliteitsaanduiding. De S stond voor alle minder goede pijpen dan de beste pijpen.
De pijp hierboven, gemaakt tussen 1760 en 1770, was van de hoogste kwaliteit en waarschijnlijk voor de export bedoeld.

- merk maker. Op deze plek staat het merk van de maker, naar de roker toe. Omdat het niet meer op de bodem van de hiel past.

- geglaasd opppervlak. Als je goed kijkt, zie je aan de bovenkant van de pijpenkop op de foto dat de pijp glanst. Verder lijken er allemaal verticale streepjes te lopen. Dit komt omdat de pijpenkop is geglaasd. Met een speciale steen, een agaat, worden alle kleideeltjes van de nog niet gebakken pijp één kant op gestreken, zodat de pijp gaat glimmen. Dat heet glazen. Het gebeurde streepje voor streepje, soms ook nog langs de hele steel, en dat was erg veel werk. Vandaar dat geglaasde pijpen duurder waren dan gewone, ongeglaasde pijpen.

- radering langs de ketelrand. De bovenkant van de pijp heet ketelrand, omdat de binnenkant van de pijp ook wel de ketel wordt genoemd. De bovenkant van een pijp werd op twee manieren netjes gemaakt. De radering is een kleine, algemene versiering die op bijna alle pijpen voorkomt. De tweede manier staat hier onder.

- gebotterde ketelrand. De bovenkant van de pijpenkop wordt met een speciaal daarvoor gemaakt schijfje afgerond, zodat de bovenrand zacht wordt in plaats van scherp afgesneden. Dit heet botteren. Het heeft alleen een uiterlijke functie, de kop wordt er iets mooier van.