Hoe kort kan die steel?


Kleipijpen worden gemaakt met vaste steellengtes. Er is nogal een verschil in die lengte en vanaf de 17e eeuw zijn er pijpen gemaakt met een korte steel, naast die met een lange steel. En dan nog wat tussenmaten. Naarmate het modellenbestand van pijpenmakers groeide, nam het verschil in steellengtes toe. Er kwam meer differentiatie, en de maximale steellengte nam toe. Pijpenstelen haalden soms een meter! De kortste pijpen hadden een steel van gemiddeld 12 centimeter.

Het verschil in al de lengtes had te maken met het gebruik van de pijp, op welke manier er werd gerookt. Én hoeveel budget daarvoor beschikbaar was. Een pijp met een lange steel viel alleen te roken als je er mee ging zitten en de tijd nam om de tabakssmaak tot je nemen. Deze pijpen straalden luxe uit. Pijpen met een korte steel, daar kon je mee blijven werken. Als je hem maar tussen je tanden klemde hoefde je de pijp niet eens vast te houden. Een zo kort mogelijke steel was dan alleen maar praktisch.

Omdat de rook bij een langere steel onderweg naar de roker door de lucht wordt afgekoeld, wordt de tabakssmaak milder en lekkerder. Vandaar dat een zichzelf serieus nemende pijp in ieder geval voldeed aan dat minimum van twaalf centimeter. Dan was de rook in ieder geval, zij het net aan, koel genoeg. Maar voor een hardwerkende, verstokte roker was die twaalf centimeter steel soms nog te lang. Er zijn redelijk wat bodemvondsten bekend van pijpen met gebroken stelen, die aangepunt zijn met een mes, of op de stomp ingesleten tandafdrukken heeft. Op deze manier lag het zwaartepunt van de pijp zo dicht mogelijk bij het klemmende gebit en kostte het blijven roken tijdens het werk zo min mogelijk moeite. Met grotere pijpenkoppen lang dat zwaartepunt niet ver bij de kop vandaan. Een tweede reden voor het roken van pijpen met een gebroken en aangepaste steel is natuurlijk zuinigheid. Had je weinig tot geen geld, dan was alles meegenomen, desnoods weggegooide pijpenrestanten. Dan hoefde je alleen nog maar om tabak te bedelen. In de 19e eeuw werden de vaak toch al korte stelen niet meer vanaf de breuk gerookt, maar er werd aan het gebroken deel een losse steel gezet. De kunststof stelen waren prettiger om in de mond te houden en konden via een busje worden bevestigd.


Deze rondbodem pijpenkop heeft het model van een Zuidelijke pijp, Belgisch of Frans. Maar zij is in Nederland gevonden. De steel van de oorspronkelijke pijp zal zo'n 16 tot 21 centimeter zijn geweest. De pijp was verzorgd, met een geglaasd uiterlijk.  Degene die deze pijp heeft gerookt, in ieder geval als laatste gebruiker, heeft de pijpensteel drastisch ingekort. Of dat met de hele steel is gebeurd of pas nadat de steel is gebroken is niet te achterhalen. Veel meer dan drie centimeter steel is er niet over. Het eindstuk is aangepunt en op deze manier is er een heel kort pijpje ontstaan. De pijp is goed gerookt geweest. Of de steel gebruikt is voor - of gebruikt is met een nieuw stuk steel is niet te zien.