Lobbenpijpen met een vrijstaand decoratief element en stempelmerk


Naast lobbenpijpen met enkel lobben, lobbenpijpen met vensters en lobbenpijpen met lobben tot bijna aan de bovenkant zijn er ook lobbenpijpen met extra decoratie. Dit zijn doorgaans erg mooie, Goudse pijpen.


Rondbodem pijp met lobben uit de periode 1740-1750. Op de onderste derde van de kop staan twaalf lobben, die doorlopen op de steelaanzet. Om de lobben loopt een contourlijn. Boven de lobben zijn vensters gegraveerd waarvan de bovenzijde 'naar binnen is geklapt'. Boven de lobben staat op de scheiding van de contourlijn een gelobde siervaas. In de vensters staan afbeeldingen. Aan beide zijden is de reeks gelijk, alleen staat in het midden links het wapen van Gouda en in het midden rechts een klimmende leeuw (wapen van Leeuwarden). Op de persnaden staat van de roker af een zevenstippige Tudorroos en naar de roker toe het stempel van de pijpenmaker (D). Daartussen staan per kant: een leeuwenkop met een ring in zijn bek, een portret, het wapen van Gouda/klimmende leeuw, weer een portret en weer een leeuwenkop met een ring in zijn bek. De portretten (man met pet of hoed) hebben een gestippelde achtergrond en de overige vensters een horizontale arcering.

Op het bovenste gedeelte van de pijpenkop staat een zelfstandige decoratie met vier hoofdelementen. Op de zijden van de pijpenkop staan hoofden met een pronkkraag. Links staat een bebaard mannenhoofd met een ronde kraag, rechts een vrouwenhoofd met een drieledige kraag. Gaat het om een koning en koningin? De decoratieve band is wat versleten en minder duidelijk dan het onderliggende deel. Boven de hoofden staat een koepeldak (vergelijk het zijmerk man in het schilderhuis) met eenzelfde siervaas op de nok als boven de vensters. Naar de roker toe staat een wapenschild met daarin een dubbelkoppige adelaar (het wapen van Groningen). Van de roker af staat ook een wapenschild met daarin een burcht met drie torens (wapen van Hamburg). De ruimten tussen deze vier elementen zijn opgevuld met bladertakken.

Naar de roker toe staat het merk D. De pijpenkop is niet geglaasd, dat is gezien de bewerking van het oppervlak van de pijpenkop niet meer mogelijk.


Rondbodem pijp met lobben uit de periode 1730-1740. Op twee derde van de kop staan acht lobben, die doorlopen op de steelaanzet. Om de lobben loopt een contourlijn.  Boven de lobben staat op de scheiding van de contourlijn een stip met een acanthusblad erboven.

Op het bovenste gedeelte van de pijpenkop staat een zelfstandige decoratie met drie hoofdelementen. Op de zijden en naar de roker toe staan wapenschilden. Het schild links is gevuld met een dubbelkoppige adelaar (wapen van Groningen), het schild rechts met een klimmende leeuw (wapen van Leeuwarden) en het schild naar de roker toe met een kruis. Dit kan bijvoorbeeld het wapen van Zwolle zijn, maar ook het wapen van Engeland.

Op de bodem staat het merk scheepje. De pijpenkop is niet geglaasd, dat is gezien de bewerking van het oppervlak van de pijpenkop niet meer mogelijk.


Rondbodem pijpenkop uit de periode 1730-1740. Het merk, naar de roker toe gestempeld, is kind in de wieg gekroond. Vanaf een derde van de onderzijde van de pijpenkop staan tien lobben met een contourlijn. De lobben en lijnen lopen door op de steel, waar ze het begin vormen van de decoratiemotief. Naar de roker toe zijn twee wapenschilden gegraveerd, bekroond met een parelkroon, die qua Nederlandse heraldiek het meest overeenkomt met de gravenkroon. Op de ovaalvormige schilden staan links het wapen van Haarlem en rechts het wapen van Gouda. De schilden worden gedragen door twee leeuwen, die op een verhoogd lambrequin staan. De rest van de versiering bestaat uit kleine plant-motieven. De pijp is niet geglaasd.


Pijpenkoppen met lobben en vensters, en een gekroond wapen van Gouda tussen leeuwen, naar de roker toe.


Ovaalvormige pijpenkop met lobben uit de periode 1740-1750. Op de onderste derde van de kop staan twaalf lobben, die doorlopen op de steelaanzet. Om de lobben loopt een contourlijn. Boven de lobben zijn zeven vensters gegraveerd waarvan de bovenzijde 'naar binnen is geklapt'. Boven de lobben staat op de scheiding van de contourlijn een siervaas. In de vensters staan afbeeldingen. Aan beide zijden is de reeks gelijk. Deze bestaat uit een portret tussen twee Jakobsschelpen. Op de persnaden staat van de roker af een zevenstippige Tudorroos en naar de roker toe een op zichzelf staand decoratief element, die over vijf van de vensters heen staat. Het gaat om het wapen van Gouda in een ovaalvormig schild, dat wordt opgehouden door twee staande leeuwen. Boven het wapen staat een bladerkroon. Het wapen en de leeuwen staan op een dubbele horizontale lijn. De pijp is gedetailleerd gegraveerd, maar door slijtage ontbreken de details. Ook is slecht te zien dat de kop geglaasd is geweest, maar dat is wel het geval.

Op de hiel staat het merk fruitmand (fruitben). Het wapen van Gouda naar de roker toe verklaart de afwezigheid van hetzelfde wapen op de zijden van de hiel.

In de eerste instantie lijkt dit dezelfde pijp als hierboven. Het merk is ook van dezelfde maker en naar de roker toe staat het wapen van Amsterdam, dat omhoog gehouden wordt door twee leeuwen. Dit keer is het wapen echter kleiner gegraveerd en in plaats van portretten zijn er zwanen tussen de Jakobsschelpen gegraveerd.


Rondbodem pijp met lobben uit de periode 1740-1750. Op de onderste derde van de kop staan twaalf lobben, die doorlopen op de steelaanzet. Om de lobben loopt een contourlijn. Boven de lobben zijn negen vensters gegraveerd waarvan de bovenzijde 'naar binnen is geklapt'. Boven de lobben staat geen stip, blad of vaas, misschien is dit uit de mal gesleten en weggeglaasd. In de vensters staan afbeeldingen. Aan beide zijden is de reeks gelijk. Deze bestaat uit alternerende zwanen en Jakobsschelpen. Op de persnaden staat van de roker af een zevenstippige Tudorroos en naar de roker toe een op zichzelf staand decoratief element, die over drie van de vensters heen staat. Het gaat om het wapen van Gouda in een ovaalvormig schild, dat wordt opgehouden door twee staande leeuwen. Op het wapen staat een bladerkroon, die de bovenkant van de ovaal afplat. Het wapen en de leeuwen staan op een dubbele horizontale lijn, de hele voorstelling is kleiner dan op de pijp gemerkt met de fruitben, hierboven. Zie ook het verschil tussen de drie overlapte en vijf overlapte vensters. In beide gevallen lijkt het ook alsof de vensters (gedeeltelijk) onder de voorstelling zijn blijven staan, implicerend dat deze pijpen eerst alleen een rij vensters hadden en geen Gouds wapenschild. De pijp is gedetailleerd gegraveerd. Hoewel de mal niet meer op zijn scherpst is geweest is zichtbaar dat de achtergronden van de sint-jakobsschelpen zijn gepointilleerd en van de zwanen horizontaal zijn gearceerd.

Op de hiel staat het merk D.


Sterk versleten (post-depositie) rondbodem pijp met lobben, uit de periode 1730-1740. Op de onderste derde van de kop staan tien lobben, die doorlopen op de steelaanzet. Om de lobben loopt een contourlijn. Boven de lobben zijn zeven vensters gegraveerd waarvan de bovenzijde 'naar binnen is geklapt'. Boven de lobben staan siervazen. In de vensters staan afbeeldingen. Aan beide zijden is de reeks gelijk. Deze bestaat uit alternerende zwanen en portretten. Op de persnaden staat van de roker af een zevenstippige Tudorroos en naar de roker toe een op zichzelf staand decoratief element, die over drie van de vensters heen staat. Het gaat om het wapen van Gouda in een ovaalvormig schild, dat wordt opgehouden door twee staande leeuwen. Boven het wapen staat een kleine bladerkroon. Het wapen en de leeuwen staan op een horizontale lijn. De pijp is gedetailleerd gegraveerd, maar dat is niet goed meer te zien. Op de hiel van de pijpenkop staat het merk fruitmand (fruitben).